fbpx
Search
Close this search box.

Auteursrecht en faillissement

Als een schuldenaar niet meer in staat is aan zijn of haar financiële verplichtingen te voldoen, of al dan niet bewust is opgehouden met het betalen van zijn schulden, dan kan door de schuldeisers via een advocaat een faillissement worden aangevraagd.

Een faillissement is met andere woorden het onvermogen of onvermogend zijn om schulden af te lossen (dit kunnen ook hele kleine schulden c.q. opeisbare vorderingen zijn), de “insolventie” of het insolvent zijn. Soms wordt faillissement ook wel “deconfiture” genoemd.

Aanvraag faillissement

In beginsel zijn er vier partijen die een faillissement kunnen aanvragen: de schuldenaar zelf, schuldeiser(s) als er sprake is van minimaal twee opeisbare vorderingen, het Openbaar Ministerie (“OM”) om redenen van openbaar belang en de rechtbank op grond van de van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (“WSNP”).

Een faillissementsprocedure begint bij het aanvragen van het faillissement door een van bovengenoemde vier partijen. Deze aanvraag moet worden ingediend bij de rechtbank in de regio (ofwel het “arrondissement”) waar de schuldenaar is gevestigd.

Procedure na faillietverklaring

De rechtbank gaat na faillietverklaring een curator en een rechter-commissaris aanstellen. De curator zal optreden in de plaats van de failliet en beheert de vereffening van de failliete boedel. Daarnaast behartigt de curator de belangen van de schuldeisers. De rechter-commissaris houdt daarbij toezicht op het proces van het beheren en vereffenen van de failliete boedel en de handelingen van de curator.

De curator maakt het vonnis van de rechtbank openbaar door registratie bij de faillissementsgriffie (zie https://insolventies.rechtspraak.nl/) en de Kamer van Koophandel, door het plaatsen van een advertentie in de Staatscourant en in een landelijk dagblad. Dit gebeurt om eventuele schuldeisers die zelf niet betrokken zijn geweest bij de aanvraag van het faillissement in staat te stellen zich te melden bij de curator en hun vordering in te dienen.

Vereffening schulden

Allereerst worden voor zover mogelijk, de zogenaamde “boedelschulden” betaald. Hieronder vallen het salaris van de curator, huur en salaris na faillissementsdatum. Als er iets overblijft, dan gaat dat naar de bevoorrechte (ofwel “preferente”) vorderingen, waaronder de aanvraagkosten van het faillissement, rijksbelastingen en premies. Als daar dan nog iets van overblijft, dan gaat dat restant naar de gewone (ofwel “concurrente”) schuldeisers. Als laatste zijn de eventuele, achtergestelde schuldeisers aan de beurt. Als er zelfs dan nog geld over is, dan wordt dit uitgekeerd aan de aandeelhouder(s) als de failliet een NV of een BV betreft en bij een faillissement van een natuurlijk persoon, gaat het restant naar de gefailleerde zelf.

Beëindiging faillissement

Meestal wordt daarna overgegaan tot beëindiging van het faillissement, bijvoorbeeld wegens gebrek aan baten, door onder andere akkoord of op verzoek van de gefailleerde en tegelijkertijd het uitspreken van de toepassing schuldsaneringsregeling.

Invloed faillissement op auteursrecht

Faillissement kan ook invloed hebben op auteursrecht en overeenkomsten met betrekking tot auteursrecht.

Vatbaarheid voor beslag

De Auteurswet kent een eigen afdeling over faillissement. Kort gezegd komt de regeling erop neer dat auteursrecht dat (nog) bij de maker berust en het auteursrecht op nog niet openbaar gemaakte werken dat bij erfgenamen of een legataris berust, niet vatbaar is voor (faillissements)beslag. Is het auteursrecht overgedragen aan bijvoorbeeld een uitgever, dan ligt dat anders.

Wat wél vatbaar is voor beslag, zijn de royalties die uit het auteursrecht voortvloeien, ongeacht waar die gelden binnenkomen.

Licenties en faillissement

Een licentie wordt gezien als een vorderingsrecht van de licentienemer op de licentiegever. Het is dus geen (al dan niet beperkt) eigendomsrecht. De kwalificatie van een licentie is van belang voor de overdraagbaarheid en voor gevallen van faillissement.

Overdraagbaarheid licentie

Een licentie is in beginsel overdraagbaar op grond van artikel 83 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (“BW”). In het eerste lid van dat artikel staat: “Eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, tenzij de wet of de aard van het recht zich tegen een overdracht verzet.” In het derde lid staat: “Alle andere rechten zijn slechts overdraagbaar, wanneer de wet dit bepaalt.” Als een licentie als beperkt recht zou worden gezien, dan zou zij niet overdraagbaar zijn, omdat er hierover in de wet geen bepalingen staan.

Verschil tussen goederenrecht en verbintenissenrecht

Waar overdracht van auteursrecht met name wordt gekenmerkt door het goederenrecht, kent een licentie van auteursrecht met name een verbintenisrechtelijke aard. Dat is wellicht een wat theoretisch verschil, maar voor juristen is dit verschil erg belangrijk. Bij goederenrecht gaat het kort gezegd om de regels die gelden voor wanneer een recht overgaat, de technische kant, zeg maar. Bij verbintenissenrecht gaat het om de afspraken die je bijvoorbeeld met elkaar maakt over die overdracht.

Voorbeeld van licentie en overdracht

Bijvoorbeeld: bij een goederenrechtelijke overdracht van mijn fiets (in eigendom), wordt mijn fiets jouw eigendom. Bij een verbintenisrechtelijke licentie voor mijn fiets, blijft de fiets mijn eigendom, maar krijg jij een vorderingsrecht tot gebruik ervan. Een licentie is dus een soort toestemming onder voorwaarden. Het goederenrecht regelt wanneer de fiets technisch gezien van eigendom verandert.

Faillissement

De kwalificatie van een licentie als “goederenrechtelijk beperkt recht” kwam hiervoor al even aan de orde. Omdat een licentie niet wordt gezien als zo’n recht, is heeft een faillissement van de licentiegever wél invloed op de licentie ten opzichte van de licentienemer. Als het recht wél als goederenrechtelijk beperkt recht wordt gezien, dan is dat niet zo. Hierover is nog enige discussie in de rechtsliteratuur en dit leerstuk is dus niet volledig uitgekristalliseerd.

Uit het Nebula-arrest wordt de conclusie getrokken dat een curator bevoegd is om licenties op een intellectueel eigendomsrecht, zoals in een platendeal het geval kan zijn, te beëindigen. Het is echter de vraag of het recente Berzona-arrest niet toch een ander licht op de kwestie schijnt. Licenties lijken nog steeds niet faillissementsbestending te zijn, tenzij er afspraken zijn gemaakt over de niet-overdraagbaarheid. Heel vaak zal dit niet voorkomen.

Een belangrijk artikel in dit kader, is artikel 37 van de Faillissementswet. Het artikel luidt als volgt:

Artikel 37

  1. Indien een wederkerige overeenkomst ten tijde van de faillietverklaring zowel door de schuldenaar als door zijn wederpartij in het geheel niet of slechts gedeeltelijk is nagekomen en de curator zich niet binnen een hem daartoe schriftelijk door de wederpartij gestelde redelijke termijn bereid verklaart de overeenkomst gestand te doen, verliest de curator het recht zijnerzijds nakoming van de overeenkomst te vorderen.
  2. Indien de curator zich wel tot nakoming van de overeenkomst bereid verklaart, is hij verplicht bij die verklaring voor deze nakoming zekerheid te stellen.
  3. De vorige leden zijn niet van toepassing op overeenkomsten waarbij de gefailleerde slechts verbintenissen op zich heeft genomen tot door hem persoonlijk te verrichten handelingen.

Het is verder erg belangrijk welke afspraken precies zijn gemaakt over de overdraagbaarheid van licenties. Vaak wordt dit in muziekcontracten toegestaan, al dan niet met verplichte, voorafgaande instemming van de auteur, componist, tekstschrijver, uitvoerend kunstenaar, etc.

Om een zaak goed te kunnen beoordelen, moet dus heel precies uiteen worden gezet wie welke afspraken heeft gemaakt, welke licenties zijn verleend en onder welke voorwaarden of dat het auteursrecht is overgedragen, of er royalties binnenkomen en wat de economische waarde van de rechten zijn. Uiteindelijk zijn dat de voornaamste gezichtspunten om een positie in het faillissement te bepalen.

Beheervennootschap

Over het algemeen kan worden geadviseerd om auteursrechten (en andere rechten van intellectuele eigendom) in een beheer-BV te stoppen en die BV een licentie te laten verlenen aan een werk-BV of werkmaatschappij. De rechten zijn daarmee relatief veilig in geval van faillissement van de werk-BV. De werkmaatschappij of werk-BV is het bedrijf die in de uitoefening van de werkzaamheden van de onderneming, de contracten sluit met derden.

Uitgever weigert redelijkerwijs mee te werken

Wat nog wel een rol kan spelen bij het faillissement van zo’n uitgever, is dat de uitgever bijvoorbeeld niet wil meewerken aan de terugverkoop van de rechten aan de auteur tegen redelijke voorwaarden. Deze houding kan veelal worden tegengegaan door een beroep op het leerstuk van de onrechtmatige daad en/of misbruik van bevoegdheid.

Opdrachtgever failliet

Stel dat je foto’s hebt gemaakt voor jouw opdrachtgever, maar de foto’s (of bouwtekeningen, muziekwerken, etc.) zijn nog niet betaald en de opdrachtgever gaat dan failliet. In dat geval verkoopt de curator, in het kader van een doorstart het bedrijf, de rechten aan een derde partij. Die derde partij gebruikt de foto’s vervolgens voor haar website. De Rechtbank Gelderland heeft daar in het verleden eens een uitspraak over gedaan en daarin bepaalt dat zoiets niet zomaar mag. Een architect verzette zich in die zaak tegen het gebruik van zijn bouwtekeningen door een opvolger van het failliete bedrijf. De rechter ging mee in dat verzet en oordeelde dat het auteursrecht van de architect was geschonden. De opvolger moest een keuze maken tussen een bouwstop of overeenstemming vinden en bereiken met de architect.

Conclusie

Een faillissement kan erg vervelend zijn voor alle betrokkenen, maar het anticiperen op faillissementen en het daarna helder uiteenzetten van de situatie, bepalen hoe het traject verder gaat verlopen en wie er aan het langste, en wie er aan het kortste eind trekt. Voorkomen is daarbij – zoals gewoonlijk– beter dan genezen.

Wil je meer weten over licenties van auteursrecht of de overdracht van ander intellectueel eigendom, bijvoorbeeld in het kader van publishing deals of platencontracten, neem dan gerust contact op.

Wil je echt van de hoed en de rand weten, lees dan de scriptie van mr. R.H.H. Vastmans genaamd “De rechtspositie van de licentienemerbij faillissement van de licentiegever”.

Dit bericht delen:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Reddit
Tumblr
WhatsApp
Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

SANDER PETIT LL.M

Contact opnemen met Sander Petit - De Dance-Advocaat
Foto: Wouter Wolfkamp (Nortoir)

RECENTE BERICHTEN

sena betalen

Sena betalen?

De factuur van Buma en Sena; daar had je even geen rekening mee gehouden in je begroting. En nu?

Veel organisatoren staan er niet bij stil dat je aan Buma en Sena moet betalen als er bepaalde muziek op je evenement wordt gedraaid. Maar moet echt je betalen en zo ja, hoeveel?

Lees verder »
artiestenovereenkomst niet vernietigbaar

Artiestenovereenkomst niet vernietigbaar – niet zo Flex voor Ronnie

RONNIE FLEX VERLIEST RECHTSZAAK TEGEN TOP NOTCH

De artiestenovereenkomst tussen rapper Ronnie Flex en Top Notch is niet vernietigbaar volgens de Amsterdamse rechtbank.

Daarnaast wordt geoordeeld dat Ronnie Flex geen mastereigenaar is van zijn tracks. Een flinke domper voor de artiest die zelf een rechtszaak startte tegen het Nederlandse hiphop-imperium.

De zaak kent een aantal overeenkomsten met de rechtszaak tussen Martin Garrix en Spinnin’ Records, maar ook een paar belangrijke verschillen. Ik bespreek ze in dit artikel en geef tips voor zowel artiesten als labels als het gaat over het checken en onderhandelen van #artiestenovereenkomsten.

Lees verder »
foto zonder toestemming gebruikt

Foto zonder toestemming gebruikt: een zakie over je nakie

Het zal je maar gebeuren: de moeder van je ex heeft jouw foto zonder toestemming gebruikt op sociale media. Dat is in eerste instantie al vervelend, maar het wordt pas echt naar als het om foto’s gaat waarop je wel heel weinig (lees: geen) kleding aan hebt. Je verzint het niet, maar daar is over geprocedeerd. Niet alleen verliest de fotografe / moeder van de ex de zaak en moeten de foto’s offline worden gehaald, ze moet ook € 1.695,14 ‬aan proceskosten vergoeden aan het model / de ex van haar zoon.

Lees verder »

SOCIALS