In een recente zaak tussen een fotografe en een kunsthandel is duidelijk gebleken hoe het meewerken aan een inbreuk op een
auteursrecht ook onrechtmatig kan zijn.
Feiten
De zaak zit als volgt. De fotografe heeft met de kunsthandel besproken dat ze een samenwerkingsovereenkomst voor een jaar aan zouden gaan. De overeenkomst zou duren van 1 september 2019 tot 1 september 2020. De kunsthandel zou in die tijd een licentie zou krijgen om de foto’s van de fotografe commercieel te exploiteren. De kunsthandel hield zich trouwens met name bezig met het on-demand printen van foto’s op plexiglas.
Per foto van de fotografe moest de kunsthandel € 900 betalen.
De fotografe kwam er na het einde van de overeenkomst achter dat de kunsthandel de foto’s nog steeds wereldwijd en op allerlei andere websites te koop had aangeboden. De fotografe heeft toen een onderzoek naar de inbreuk laten doen door een deurwaarder. De deurwaarder vond ook nog een aantal websites / verkopers en een advertentie op Google met de foto’s. De fotografe wilde uiteraard haar schade vergoed zien, omdat de kunsthandel volgens haar inbreuk had gemaakt op haar rechten. Die inbreuk bestond er kort gezegd uit dat de kunsthandel 1) buiten de licentieperiode haar werk had geëxploiteerd en dat de kunsthandel 2) zelf ook weer licenties aan derden had gegeven.
Oordeel van de rechter
De rechter begint met het vaststellen van wat het auteursrecht is:
“Het auteursrecht is het recht van de maker om als enige een werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Deze exploitatierechten kan de maker overdragen aan een ander. Ook kan de maker daarbij beperkingen opleggen, zoals een beperking in tijd. Als een derde zonder toestemming van de maker/rechthebbende een werk openbaar maakt of verveelvoudigt dan is sprake van een inbreuk op het auteursrecht. Bij inbreuk is de inbreukmaker verplicht om de inbreuk te stoppen en moet hij de door de rechthebbenden geleden schade vergoeden, voor zover de inbreuk aan hem kan worden toegerekend.”
Inbreuk op auteursrecht door kunsthandel
De rechter oordeelt dat alle aanbiedingen, advertenties en prints buiten de licentieperiode (1-9-2019 t/m 31-8-2020) inbreukmakend zijn. Dat geldt volgens de rechter ook voor thumbnails van de foto’s die door de kunsthandel aan die andere partij zijn gestuurd. Door een thumbnail naar een andere kunsthandel, kunstplatform of doorverkoper te sturen, maakt de kunsthandel namelijk een kopie van het origineel. Dat de thumbnails van lage kwaliteit zijn en niet zelfstandig kunnen worden geëxploiteerd door ze te printen doet daar niet aan af. Hetzelfde kan natuurlijk gelden voor lage kwaliteit video’s, snippets en low rate mp3’s.
In beginsel zijn die wederverkopers zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van de juiste rechten voor hun activiteiten. Daar moet de fotografe dus zelf achteraan.
Onrechtmatige daad door kunsthandel
Wel kan zij de kunsthandel nog aanspreken op een onrechtmatige daad. De kunsthandel had zich moeten inspannen om de foto’s / thumbnails offline te halen. Dat geldt in ieder geval voor haar eigen websites en websites die aan haar bedrijf verbonden zijn. Er zaten namelijk in het buitenland nog een aantal partijen die onder (ongeveer) dezelfde naam handelden en die tot haar bedrijfsgroep behoorden. Dat heeft de kunsthandel niet gedaan. Sterker nog, zij heeft aan de wederverkopers gedreigd met een schadeclaim als zij de werken offline zouden halen. Daarmee heeft zij feitelijk de handhaving van de auteursrechten van de fotografe tegengewerkt.
De rechter vindt het handelen van de kunsthandel om deze twee redenen onrechtmatig.
Schadevergoeding
De kunsthandel moet daarom de schade van de fotografe moet vergoeden. Omdat de thumbnails van lage kwaliteit zijn en minder zelfstandige waarde hebben dan de originelen, wordt per foto 25% van de waarde toegekend. Omdat de foto’s € 900 waard waren, stelt de rechter het bedrag per foto daarom vast op € 225.
Aangezien er 46 foto’s bij waren betrokken, komt de schade uit op € 10.350.
Voor de inbreukmakende Google-advertentie wordt € 900 gerekend, omdat niet is komen vast te staan dat dit is gebeurd met een foto in lage resolutie.
Voor het tegenwerken van de fotografe wordt nog eens € 2.000 gerekend.
Bij elkaar bedraagt de schadevergoeding daarmee € 13.250.
Proceskosten
Omdat de kunsthandel in het ongelijk wordt gesteld, komen daar ook nog de proceskosten bij. De fotografe vordert een vergoeding van € 50.600,39 voor haar proceskosten. Als een zaak over een inbreuk op een IE-recht gaat, worden die kosten vaak geheel toegewezen (al zitten er limieten op). Maar, omdat deze zaak ook ging over een andere onrechtmatige daad (het tegenwerken en de contractbreuk) en de zaak ook weer niet zo ingewikkeld was, beperkt de rechter het bedrag. Het bedrag dat wordt toegekend is alsnog € 11.296,18. Alsnog een flink bedrag, maar als je het optelt bij de schadevergoeding, dan kom je uit op € 24.546,18. Dat is dus ongeveer de helft van de gemaakte kosten en daar zal de fotografe niet blij mee zijn. Een zogenaamde Pyrrusoverwinning dus.
Heb jij een soortgelijk iets meegemaakt en wil je een inbreuk stoppen? Neem gerust
contact op om de mogelijkheden te bespreken.